Protocol van de soep

Alweer zo’n leuk ‘bericht om over na te denken’ dat ik op Linkedin vond. Auteur is Greet Houweling:

Al jarenlang kook ik soep. Lekkere groentesoep. Niks mis mee.

Een paar jaren geleden kwam er een kennis die zei: “Schrijf het eens op, hoe je die soep maakt” .Ik vond het een goed idee, en ik noemde het “protocol voor soep”.Als ik soep ging koken, deed ik dat precies volgens mijn protocol.

Toen kwam er iemand die zei: “als je nou eens precies opschrijft wat je erin doet, dan kun je de ingrediënten afvinken op een lijst”. Zo gezegd, zo gedaan. Ik noemde de lijst “ Huffels”, en vergat niets toe te voegen. Het kostte wel meer tijd, maar dat nam ik maar voor lief.

Als ik eens van huis moest, vroeg ik één van de kinderen in de soep te roeren. Dat ging prima. Toen zei mijn dochter: “ Mam, je moet opschrijven wanneer je precies roert, hoelang, en hoe vaak”. “Dat is goed”, zei ik, en ik noemde het de “soep-rapportage”. Voortaan schreef ik eerst een overdracht voordat ik de deur uitging.

Mijn buurman, die bij de vrijwillige brandweer is, kwam langs. Hij vroeg of ik wel dacht aan de veiligheid. “Houd je wel aan de voorschriften, voor je het weet heb je de vlam in de pan”.Daar had ik wel van gehoord, dus ging ik op cursus brandveiligheid, en, om het meteen maar goed te doen, leerde ik ook EHBO en reanimatie. We hadden die week geen tijd voor de soep.

Na de scholing, waarvoor wij een certificaat kregen, hoorde ik dat niet iedereen zomaar mee mocht helpen met mijn soep. Men moest bevoegd en bekwaam zijn. Ik noemde de nieuwe regels de BIG registratie: Bijzondere Instructies Groentesoep. Voortaan werd eerst bekeken of men een certificaat had voor er geroerd mocht worden. Helaas mochten mijn kinderen niet meer helpen. Maar we vormden een gespreksgroep, we evalueerden, controleerden, en hielden team-overleg. En als er tijd over was, maakte ik gauw nog wat soep.

Toen kwam mijn tante eens langs. Ze was op vakantie geweest, en had iets nieuws geleerd: JCI. “Dat betekent: Je Controleert Intensief”, zei ze. “Er zijn lijsten over hoe groot de pan moet zijn, hoe lang de pollepel, de potjes voor de ingrediënten, en richtlijnen voor de inrichting van de keuken”. “Ook mag je niet je keukenschort meer aan, maar moet je in je eigen kleding soep maken, dat is huiselijker”. “En hier heb ik lijsten voor de rapportage, het links- of rechtsom roeren, het vet-percentage, de calorieën, en natuurlijk de protocollen, de BIG-registratie, de observatielijsten, en de veiligheid- certificaten.” “En al deze lijsten worden periodiek gecontroleerd en ge-update”. “En we hebben een accreditatieplan, dat wil zeggen dat we bij elkaar in de pan gaan kijken”. “we houden evaluaties, en, kortom, aan álles wordt gedacht!”

U begrijpt, dit is allemaal erg handig, en er is veel voor te zeggen.Maar ik denk wel tijdens het invullen van al die lijsten: “ Wie bekommert zich nog om de soep ?”

Parabel van de mier

(Een treffend verhaaltje dat ik ontdekte via LinkedIn)

Een kleine mier kwam alle dagen te vroeg op het werk en begon onmiddellijk te werken. Ze was productief en zeer tevreden.
Haar baas, een leeuw, was verbaasd dat de mier werkte zonder toezicht. Hij dacht: als zij zoveel presteert zonder supervisie, zou ze dan niet nog meer presteren onder permanent toezicht? Hij wierf een kakkerlak aan die een grote ervaring had in het superviseren en die prachtige rapporten kon opstellen.

De eerste maatregel die de kakkerlak nam was een prikklok plaatsen om het komen en gaan van de mier te registreren. Vervolgens had de kakkerlak een secretaresse nodig om hem te helpen met het opstellen van de rapporten en … hij wierf ook een spin aan om het archief te beheren en de telefoongesprekken te controleren. De leeuw was zeer tevreden over de rapporten van de kakkerlak en vroeg hem bovendien de productie en de tendensanalyse in grafiek te zetten. Het is toen dat de kakkerlak een computer en een laserprinter aankocht en… een vlieg aanwierf om de informatica te beheren.

De mier, kortgeleden nog productief en stralend, werd wanhopig van die berg papier en van al die vergaderingen die haar tijd opslorpten ! De leeuw vond dat het tijd werd om op de werkplaats van de mier een sectorverantwoordelijke aan te stellen. Deze post werd toevertrouwd aan een krekel die, om te beginnen, een ergonomische stoel aankocht voor zijn kantoor en vast tapijt liet plaatsen. Deze nieuwe verantwoordelijke had ook een computer nodig en een assistente om een strategisch plan uit te werken om het werk te optimaliseren en het budget betreffende de dienst van de mier te controleren.

Op dit ogenblik kon de mier er niet meer om lachen en zij maakte zich iedere dag kwader en kwader. Het is toen dat de krekel zijn baas, de leeuw, er van overtuigde dat een studie van de werksfeer absoluut noodzakelijk werd. Na de werklasten te hebben bestudeerd stelde de leeuw vast dat de dienst waar de mier werkte niet meer zo productief was als vroeger. Hij wierf de uil aan, die bekend stond als een vermaard en eersteklas raadgever, om een audit te doen en een oplossing voor te stellen.

De uil liep drie maanden rond in de kantoren en stelde een enorm dik rapport op met als besluit: er is veel te veel personeel in deze onderneming. En raad eens wie de leeuw het eerst ontsloeg. De mier natuurlijk want: “zij gaf blijk van een tekort aan motivatie en had een houding die tot conflicten leidde”.